De lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke inkomsten. Het gaat om inkomsten uit gemeentelijke belastingen (OZB, precario- en hondenbelasting) en heffingen (o.a. afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges).
Inleiding
De lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke inkomsten. De inkomsten uit gemeentelijke belastingen (OZB, precario- en hondenbelasting) en heffingen (o.a. afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges) bedragen bijna 14% van het totaal aan inkomsten van de gemeente.
In het coalitieakkoord 2014-2018 'Maassluis Dichtbij' - verbinden en vooruitzien, zijn de kaders weergegeven voor de lokale heffingen. Deze zijn uitgewerkt in de Nota lokale heffingen 2014-2017.
Deze paragraaf geeft informatie over het beleid en de ontwikkeling van de tarieven van de lokale heffingen en over het kwijtscheldingsbeleid. Ook wordt in deze paragraaf ingegaan op de kostendekking van de gemeentelijke heffingen: de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges omgevingsvergunning en overige leges.
Ontwikkeling van de lastendruk
In de ‘COELO Atlas van de lokale lasten 2016’ bereikt de gemeente Maassluis rangnummer 153 van de woonlastenladder voor meerpersoonshuishoudens (rangnummer 1 de goedkoopste gemeente - rangnummer 396 de duurste gemeente). Sinds 2015 behoort Maassluis weer tot de 50% goedkoopste gemeenten.
Plaats op de COELO woonlastenladder | |||||
Rangnummer meerpersoons | Maassluis | Vlaardingen | Schiedam | Midden-Delfland | Westland |
2011 | 261 | 186 | 112 | 417 | 277 |
2012 | 270 | 161 | 245 | 413 | 274 |
2013 | 247 | 160 | 238 | 415 | 276 |
2014 | 217 | 146 | 221 | 401 | 267 |
2015 | 181 | 127 | 204 | 392 | 220 |
2016 | 153 | 147 | 187 | 378 | 226 |
De onderstaande tabel brengt de lastendruk in 2016 van deze en omliggende gemeenten in de omgeving in beeld (bron: websites van de diverse gemeenten, www.overheid.nl en www.coelo.nl).
Tarieven gemeentelijke belastingen in omliggende gemeenten voor 2016 | |||||
prijs in € | Maassluis | Vlaardingen | Schiedam | Midden- | Westland |
OZB woningen (per eenheid)1 | |||||
- eigenaar | 0,1442% | 0,1602% | 0,1270% | 0,1205% | 0,1321% |
OZB niet-woningen (per eenheid)1 | |||||
- eigenaar | 0,2369% | 0,3058% | 0,2750% | 0,2267% | 0,2111% |
- gebruiker | 0,1697% | 0,2571% | 0,2130% | 0,1627% | 0,1571% |
Reinigingsrechten | |||||
- éénpersoonshuishouden | € 249,00 | € 238,75 | € 272,63 | € 238,56 | € 169,44 |
- meerpersoonshuishouden | € 289,20 | € 306,48 | € 322,73 | € 318,00 | € 213,84 |
Rioolheffing | € 169,00 | € 157,80 | € 228,80 | € 274,20 | 0,0243%* |
* als percentage van de WOZ-waarde + € 172,32 voor een meerpersoonshuishouden
Toelichting kostentoerekening
Berekening kosten overhead
Met ingang van 2017 dienen de kosten van overhead centraal te worden begroot en verantwoord, waardoor een splitsing ontstaat van de direct toerekenbare kosten en de indirect toerekenbare kosten. Hierdoor is het niet meer mogelijk de integrale kosten van een taakveld of product op het betreffende taakveld c.q. product tot uitdrukking te brengen. Voor de rendabele producten, zoals de reiniging en riolering, zou dit betekenen dat niet alle kosten worden doorberekend, waardoor een groot financieel nadeel zou ontstaan. Omdat dit niet de bedoeling is van de wijziging van het BBV moet de berekening van de tarieven extracomptabel plaatsvinden. Hieronder wordt uiteengezet op welke wijze de kosten van overhead worden berekend en toegerekend aan de kostendekkende tarieven.
De kosten van overhead dienen op consistente wijze te worden toegerekend. De wijze waarop wordt niet door de wetgever voorgeschreven, maar moet door de raad worden vastgesteld en opgenomen in de financiële verordening. Bij de methodiek kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een verdeling op basis van personeelskosten, naar rato van de omvang van de taakvelden of een mix van deze methoden.
Omdat wij tot nu toe de kosten van overhead relateren aan de personeelslasten trekken wij deze lijn door. De consistentie in de toerekening van overhead wordt hiermee behouden en administratief is dit goed hanteerbaar.
De brutolasten van overhead worden inzichtelijk gemaakt in het hoofdstuk Overzicht Overhead en bedragen circa € 9,8 miljoen, waarvan circa twee derde deel personele lasten en een derde deel materiële lasten (zoals huisvesting, onderhoud, beveiliging en dergelijke). De totale productieve uren van de organisatie in zowel het primaire proces als de ondersteunende processen worden geraamd op circa 297.000. Door de kosten te delen door het aantal productieve uren komt men tot de kostprijs voor overhead per uur van € 33.
Toerekening overhead
De kosten van overhead worden toegerekend aan:
- Investeringen
- Grondexploitaties
- Kostendekkende tarieven
De toegerekende kosten van overhead aan de investeringen en de grondexploitaties dienen, conform het BBV, als ‘negatieve last’ op het taakveld overhead tot uitdrukking te worden gebracht. De toegerekende overhead aan de kostendekkende tarieven vindt op extracomptabele wijze plaats en komen niet op het betreffende taakveld tot uitdrukking, maar maken onderdeel uit van de kosten van overhead op het taakveld overhead.
In de tabellen bij de verschillende heffingen en tarieven wordt deze extracomptabele toerekening weergegeven, zodat de mate van kostendekkendheid inzichtelijk wordt.
De bruto kosten van de overhead bedragen circa € 9,8 miljoen. De toegerekende overhead aan investeringen en grondexploitaties is bijna 5 ton, waardoor de netto kosten van de overhead circa € 9,3 miljoen bedragen.
De kosten van de overhead die toegerekend worden aan de kostendekkende tarieven bedragen bijna € 1,5 mln. maar blijven in de begroting onderdeel uitmaken van de overhead. Deze kosten worden extracomptabel toegerekend aan de betreffende tarieven, waardoor - ingeval van volledige kostendekking - er geen zichtbaar evenwicht in de lasten en baten op het betreffende product mogelijk is. De mate van kostendekkendheid van de betreffende heffing blijkt uit de tabellen die bij elke paragraaf zijn gevoegd.
Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet.
Voorbeelden zijn onroerende zaak belasting (OZB), parkeerbelasting, toeristenbelasting en hondenbelasting. De opbrengsten van deze belastingen zijn zogenaamde algemene dekkingsmiddelen. Hier staat geen individuele tegenprestatie tegenover. De gemeenteraad bepaalt zelf waaraan deze inkomsten worden besteed. De gemeente Maassluis heft in dit kader bijvoorbeeld OZB en hondenbelasting.
Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De belangrijkste (gemeentelijke) heffingen zijn de reinigingsheffing (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) en de rioolheffing.
Onroerende-zaakbelasting (OZB)
De begrote OZB-opbrengst in Maassluis stijgt in 2017 ten opzichte 2016 voor niet-woningen (bedrijven, winkels etc.) met 12% (hierin is de eventuele verhoging door een mogelijke invoering van het ondernemersfonds niet meegenomen). De begrote ozb-opbrengst voor woningen wordt met 2,3% verhoogd.
De aanpassing van de OZB-tarieven voor 2017 is daarnaast afhankelijk van de waardeontwikkeling van de onroerende zaken in Maassluis. Omdat de verwachting is dat de gemiddelde WOZ-waarde van een onroerende zaak in Maassluis voor het belastingjaar 2017 (waardepeildatum 1 januari 2016) ten opzichte van het belastingjaar 2016 (waardepeildatum 1 januari 2015) zal stijgen, zullen de OZB-tarieven minder stijgen dan de geraamde opbrengsten.
De toe- of afname van het aantal onroerende zaken door nieuwbouw of sloop (de zogenaamde areaalontwikkeling) wordt, zoals de wet dat voorschrijft, buiten de berekening van de tarieven gehouden. Dit betekent dat indien er per saldo een toename is van het aantal onroerende zaken, en daarmee WOZ-waarde, dit extra inkomsten zijn, bovenop de begrote OZB-opbrengst. Omgekeerd betekent een afname dat de inkomsten lager zijn.
De begrote OZB-opbrengst voor 2017 bedraagt in totaal ruim € 5,6 miljoen.
Reinigingsheffing
De afvalstoffenheffing wordt geheven op grond van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. Op basis van dit artikel mag de gemeente een heffing instellen om kosten voor het inzamelen van huishoudelijk afval te verhalen op de aanbieder van het afval. Net zoals bij de rioolheffing heeft een gemeente vrijheid bij de invulling van de afvalstoffenheffing. Het gemeentebestuur mag de heffingsgrondslag en de heffingsmaatstaf bijvoorbeeld zelf bepalen.
Met ingang van 1 januari 2016 is een afvalstoffenheffing voor huishoudens ingevoerd. Het reinigingsrecht voor huishoudens is afgeschaft. Het reinigingsrecht voor bedrijven blijft bestaan. Voor zowel het reinigingsrecht als de afvalstoffenheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overschrijden.
Om de mate van kostendekkendheid weer te kunnen geven, wordt met ingang van 2017 in een overzicht weergegeven wat de lasten zijn op het product c.q. taakveld en welke lasten (zoals overhead) er extracomptabel aan worden toegerekend. In de overzichten staan ook de geraamde opbrengsten genoemd. De definitieve tarieven voor 2017 worden in december met een separaat raadsbesluit vastgesteld.
Huishoudelijk afval
De kosten van de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval zullen de komende jaren licht stijgen. Dit is voornamelijk vanwege de vervangingsopgave van het huidige areaal ondergrondse containers die in de komende jaren aan vervanging toe zullen zijn. Na enkele jaren van stagnatie en zelfs verlaging van de tarieven zal in 2017 het tarief weer moeten stijgen. De opbrengsten in de begroting stijgen dan ook met 4% ten opzichte van 2016.
De omvang van de egalisatiereserve reiniging bedraagt naar verwachting circa € 1,4 miljoen per 1 januari 2017. Deze kan worden aangewend om de tarieven niet ineens enorm te moeten laten stijgen. De stijging voor de jaren hierna kan hierdoor getemperd wordt tot circa 2% per jaar. De egalisatiereserve reiniging zal vervolgens naar verwachting dalen tot circa € 0,5 miljoen in 2020.
In de exploitatie van de reiniging worden ook (een deel van) enkele taken gedekt die niet meer geraamd worden op het product huishoudelijk afval, maar elders in de begroting tot uitdrukking komen. Dit principe is niet anders dan voorgaande jaren, echter naar aanleiding van de gewijzigde BBV voorschriften is alleen de plaats waar de lasten verantwoord worden anders. Voor de reiniging gaat het om 65% van het product Straatreiniging, 100% van de kwijtschelding en een bedrag van circa € 23.000 aan educatie via het Duurzaamheidscentrum Maassluis. Daarnaast wordt in totaal afgerond € 0,95 miljoen aan overhead toegerekend.
Lasten producten | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Leges | Baten totaal | % Kosten dekkend-heid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verwijderen huishoudelijk afval | 2.391.631 | 780.560 | 382.287 | 3.554.478 | -123.141 | -4.081.127 | -4.204.268 | |
Straatreiniging (65%) | 430.284 | 156.256 | 586.540 | 0 | ||||
Kwijtschelding gem. belastingen (100%) | 324.764 | 15.423 | 340.187 | 0 | ||||
Duurzaamheidscentrum | 23.460 | 23.460 | 0 | |||||
Mutatie reserve | 0 | -300.397 | -300.397 | |||||
Totaal: | 3.170.139 | 952.238 | 382.287 | 4.504.664 | -423.537 | -4.081.127 | -4.504.664 | 100% |
Bedrijfsafval
Al enkele jaren staat de exploitatie van bedrijfsafval onder druk. Vooralsnog gaan we ook in 2017 bedrijfsafval inzamelen. Bij de omvorming naar een efficiënt stadsbedrijf zal ook deze dienst in de onderzoeken worden meegenomen.
Voor het inzamelen van bedrijfsafval worden de lasten geraamd op de kostenplaats Verwijderen bedrijfsafval. Vervolgens wordt er extracomptabel overhead aan toegerekend. De geraamde inkomsten worden bijeengebracht door de reinigingsrechten die geheven worden van de gecontracteerde bedrijven. De geraamde inkomsten stijgen met 2,7% ten opzichte van 2016. Deze stijging kan gerealiseerd worden met een tariefstijging of met het actief uitbreiden van het aantal contracten.
Lasten producten | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Reinigings recht | Baten totaal | % Kosten dekkend heid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verwijderen bedrijfsafval | 187.604 | 80.520 | 268.124 | -268.124 | -268.124 | 100% |
Rioolheffing
Met de rioolheffing kunnen kosten worden verhaald om maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemel- en grondwater.
In 2014/2015 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) geactualiseerd. Hieruit kwam naar voren dat de tarieven vanaf 2016 verder zullen moeten stijgen. Door een verlaging van de rekenrente zullen er echter lagere kapitaallasten aan de exploitatie Riolering worden toegerekend dan in het GRP is berekend. Hierdoor kan de in het GRP genoemde tariefstijging enigszins herzien worden. Ook de voorziening zal hierbij worden betrokken. Na de bescheiden daling in 2016 is voor 2017 weer een lichte stijging voorzien. Dit betekent dat de rioolheffing zou stijgen naar € 174.
De omvang van de voorziening riolering bedraagt naar verwachting € 0,9 miljoen per 1 januari 2017. In 2017 en 2018 worden geen dotaties of onttrekkingen voorzien. Wanneer de tariefontwikkeling uit het GRP verder gevolgd wordt, zal de voorziening riolering vervolgens naar verwachting stijgen tot circa € 1 miljoen in 2020.
In de exploitatie van de riolering worden ook (een deel van) enkele taken gedekt die niet meer geraamd worden op het product riolering, maar elders in de begroting tot uitdrukking komen. Dit principe is niet anders dan voorgaande jaren, echter naar aanleiding van de gewijzigde BBV voorschriften is alleen de plaats waar de lasten verantwoord worden anders. Voor de riolering gaat het om 35% van het product Straatreiniging. Daarnaast wordt in totaal afgerond € 2,7 ton aan overhead toegerekend.
Lasten producten | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Leges | Baten totaal | % Kosten dekkend heid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Riolering | 2.215.332 | 185.048 | 35.088 | 2.435.467 | -35.142 | -2.716.154 | -2.751.296 | |
Straatreiniging (35%) | 231.692 | 84.138 | 315.829 | 0 | ||||
Mutatie voorziening | 0 | 0 | ||||||
Totaal: | 2.447.023 | 269.185 | 35.088 | 2.751.297 | -35.142 | -2.716.154 | -2.751.296 | 100% |
Gemeentelijke leges
De wettelijke grondslag van de leges algemene dienstverlening (titel I van de legesverordening) is opgenomen in artikel 229, eerste lid, onderdeel b van de Gemeentewet. Dit artikel zegt dat: “rechten kunnen worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten”. Op basis van dit artikel mag de gemeente de kosten van dienstverlening in rekening brengen bij de mensen die deze dienst vragen. De omgevingsvergunningen (titel II van de legesverordening) worden sinds 1 oktober 2010 geregeld op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In de Wabo zijn ongeveer 25 voormalige regelingen onder gebracht die allemaal betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Het gaat hier om vergunningen voor bouwen, ruimte, natuur en milieu (Handreiking kostentoerekening, 2014). De leges en vergunningen rond horeca, evenementen en prostitutiebedrijven (titel III van de legesverordening), zijn vastgelegd in de Europese Dienstenrichtlijn.
In de onderstaande tabel is de onderbouwing van kosten van de gemeentelijke leges en tarieven 2017 in beeld gebracht. Per onderdeel is uitgesplitst welke kosten (lasten taakvelden, overhead en BCF/ BTW) worden toegerekend aan een gemeentelijke product en met welke inkomstenraming rekening wordt gehouden. Op basis van deze gegevens kan de mate (%) van kostendekkendheid worden bepaald.
Legesverordening | Lasten producten | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Leges | Baten totaal | % Kosten dekkend heid |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Titel 1 algemene dienstverlening | ||||||||
H1 burgerlijke stand | 60.580 | 38.637 | 99.217 | -28.812 | -28.812 | 29% | ||
H2 reisdocumenten en ned. identiteitskaart | 347.305 | 182.763 | 530.068 | -362.061 | -362.061 | 68% | ||
H3 rijbewijzen | 97.862 | 47.516 | 145.378 | -93.653 | -93.653 | 64% | ||
H4 verstrekkingen uit de basisregistratie | 9.880 | 8.344 | 18.224 | -16.446 | -16.446 | 90% | ||
H5 kiesregister | 0 | 0 | ||||||
H6 verstrekkingen ogv Wet besch.persoonsgegevens | 0 | 0 | ||||||
H7 bestuursstukken e.d. | 0 | 0 | ||||||
H8 vastgoedinformatie | 0 | 0 | ||||||
H9 overige publiekszaken | 89.944 | 11.271 | 101.215 | -22.214 | -22.214 | 22% | ||
H10 gemeentearchief | 5.229 | 5.229 | -672 | -672 | 13% | |||
H12 leegstandswet | 785 | 495 | 1.280 | 0 | 0% | |||
H13 gemeentegarantie | 5.529 | 5.529 | 0 | 0% | ||||
H14 marktstandplaatsen | 0 | 0 | ||||||
H15 winkeltijdenwet / H16 wet op de kansspelen / H21 drank- en horecawet / H20 Diversen (onderdeel APV) | 87.555 | 60.828 | 148.382 | -17.903 | -17.903 | 12% | ||
H18 kabels en leidingen | 46.847 | 17.160 | 64.007 | -18.019 | -18.019 | 28% | ||
H19 verkeer en vervoer | 51.673 | 26.070 | 77.743 | -33.544 | -33.544 | 43% | ||
H20 diversen (exclusief onderdeel APV) | 51.588 | 39.581 | 91.169 | -66.962 | -66.962 | 73% | ||
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysiek leefomgeving / omgevingsvergunning (H 1-9) | ||||||||
H1 algemeen - H9 niet genoemde beschikking | 213.664 | 129.799 | 343.463 | -338.864 | -338.864 | 99% | ||
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | ||||||||
horeca, organiseren van evenementen of markten, prostitutiebedrijven | 0 | 0 | ||||||
Totaal: | 1.068.440 | 562.464 | 0 | 1.630.904 | 0 | -999.150 | -999.150 | 61% |
Korte toelichting per hoofdstuk
Burgerlijke stand (huwelijken)
De kosten voor een huwelijksvoltrekking bestaan uit personeelskosten, kosten van de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand en overige kosten. Voor het voltrekken van huwelijken geldt dat de tarieven verschillen per locatie en tijdstip. Verder bestaat de mogelijkheid om op dinsdagochtend (van 09:00 - 09:30 uur) een huwelijk kosteloos te laten voltrekken. Met name de grote belangstelling voor kosteloze huwelijk leidt tot een beperkte kostendekkendheid (29%) van dit product.
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten
Gemeente Maassluis hanteert de maximumtarieven die door het Rijk zijn vastgesteld. Dit houdt in dat naast de rijkskosten voor het reisdocument, de maximale bijdrage voor de gemeente wordt gevraagd. De maximale bijdrage blijkt onvoldoende te zijn om de volledige kostendekkend (68%) van dit product in 2017 te kunnen waarborgen.
Rijbewijzen
Voor het aanvragen van een rijbewijs wordt in de gemeente Maassluis ook het door het Rijk vastgestelde maximumtarief gevraagd. Op begrotingsbasis is het dekkingspercentage bepaald op 64%.
Winkeltijdenwet / wet op de kansspelen / drank- en horecawet / diversen (onderdeel APV)
In dit overzicht is ervoor gekozen om enkele hoofdstukken die te maken hebben met de vergunningverlening in het kader van openbare orde en veiligheid samen te voegen. Dit omdat het op dit moment niet mogelijk is om de ramingen op het gebied van de inkomsten en uitgaven per hoofdstuk uit te splitsen. In de loop van 2017 zal nader worden onderzocht hoe deze splitsing in de administratie is aan te brengen, aangezien de kostendekkendheid van deze vergunningverlening erg laag is.
Diversen
Onder dit hoofdstuk vallen onder meer de tarieven voor de aanvragen voor ligplaatsvergunningen in de Vlieten, de aanvragen voor naturalisatie, aanvragen van een Rotterdampas en van verschillende aanvragen van vergunningen op basis van de APV. De kosten en baten met betrekking tot deze aanvragen zijn opgenomen onder een verzamelpost met andere vergunningen op het gebied van openbare orde en veiligheid. Onder andere de lasten die betrekking hebben op de aanvragen tot naturalisatie leiden tot een lagere kostendekkendheid van dit hoofdstuk.
Algemene opmerking
Voor een aantal hoofdstukken uit de legesverordening ontbreken ramingen in de begroting. Dit is meestal vanwege het feit dat dit zo weinig voorkomt dat een raming niet te maken is. Deze opbrengsten hebben een incidenteel karakter en er worden als zodanig ook geen lasten en opbrengsten voor geraamd.
Overige belastingen en heffingen
Verordening lijkbezorgingsrechten
In de verordening lijkbezorgingsrechten worden de tarieven bepaald waarmee de lasten in de exploitatie van de begraafplaatsen gedekt moeten worden. Met de aanleg van de nieuwe begraafplaats zijn deze lasten aanzienlijk hoger dan in het verleden. Mede als gevolg daarvan en als gevolg van de vernieuwde extracomptabele toerekening van overhead, is de begraafplaats op dit moment in principe niet meer volledig kostendekkend.
Lasten producten | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Rechten | Baten totaal | % Kosten dekkend heid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begraafplaatsen | 555.938 | 131.246 | 0 | 687.184 | -40.000 | -507.568 | -547.568 | |
Mutatie reserves | 0 | -77.503 | -77.503 | |||||
Totaal: | 555.938 | 131.246 | 0 | 687.184 | -117.503 | -507.568 | -625.071 | 91% |
Havengelden (zeehavengeld, binnenhavengeld, bruggeld, ligplaatsgelden en liggeld pleziervaartuigen)
Bij het vaststellen van de hoogte van het zeehaven- en binnenhavengeld sluiten we, conform de overige gemeenten van de regio, aan bij het Havenbedrijf Rotterdam. De tarieven voor 2017 zijn op dit moment nog onbekend.
De raming van de ontvangsten met betrekking tot bruggelden wordt vooralsnog niet verhoogd.
De raming van de ontvangsten met betrekking tot het liggeld voor pleziervaartuigen in de haven is ten opzichte van 2016 ook ongewijzigd.
Lasten producten | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Leges | Baten totaal | % Kosten dekkend heid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Haven- en ligplaatsgelden | 296.135 | 12.309 | 0 | 308.444 | -75.288 | -75.288 | ||
Bruggeld | 347.537 | 83.457 | 0 | 430.994 | -9.225 | -10.553 | -19.778 | |
Liggeld pleziervaartuigen (o.a. passantentsteiger) | 25.600 | 0 | 0 | 25.600 | -50.853 | -50.853 | ||
Totaal: | 669.272 | 95.766 | 0 | 765.038 | -9.225 | -136.694 | -145.919 | 19% |
De kostendekkendheid lijkt laag, echter bijvoorbeeld bij de bruggeldverordening zijn de volledige lasten van de kostenplaats Bruggen, tunnels en viaducten opgevoerd. Dit budget is een onverdeeld budget voor alle bruggen en tunnels in Maassluis. Het aandeel binnen deze raming voor de beweegbare bruggen in de haven is lastig te bepalen met onze huidige begrotingsindeling. In de komende tijd zal bekeken worden of het noodzakelijk is de begroting zodanig op te splitsen dat dit inzicht wel te krijgen is.
Rechtenverordening
De tarieven in de Rechtenverordening worden conform de VNG‐richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom” berekend. De tarieven voor 2017 zijn nog onbekend, de geraamde opbrengsten zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren.
Lasten producten | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Leges | Baten totaal | % Kosten dekkend heid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtenverordening | 23.423 | 8.580 | 0 | 32.003 | 0 | -9.009 | -9.009 | 28% |
Hondenbelasting
De hondenbelasting is een gemeentelijke belasting waar geen individuele tegenprestatie tegenover staat. De opbrengsten worden gebruikt als algemeen dekkingsmiddel en worden geraamd op afgerond € 135.000. Dit is identiek aan de begroting 2016.
Precariobelasting
De precariobelasting voor nutsnetwerken (leidingen en kabels) wordt op termijn afgeschaft. De negentig gemeenten die deze belasting heffen, waaronder Maassluis, krijgen tien jaar de tijd om de effecten van hun inkomensderving te kunnen opvangen. Precariobelasting voor onder meer terrassen blijft wel bestaan.
Tarieven 2017
Huishoudens
Om tot de 50% goedkoopste gemeenten te blijven behoren, zullen de lasten voor de burger zo laag mogelijk moeten worden gehouden. Daarbij dient een balans te worden gezocht met hetgeen wenselijk wordt geacht.
In de onderstaande tabel is weergegeven wat een eigenaar (van een woning met een WOZ-waarde van € 200.000) en een huurder naar verwachting op jaarbasis aan gemeentelijke lasten zullen gaan betalen. Hierbij wordt opgemerkt dat het genoemde bedrag slechts een indicatie is. Naast de geraamde opbrengsten zijn de tarieven onder meer afhankelijk van de waardeontwikkeling en het aantal huishoudens. De definitieve tarieven worden in december met een raadsbesluit separaat vastgesteld.
2016 | 2017 | |
---|---|---|
Eigenaar van een woning met een waarde van | € 200.000 | € 200.000 |
OZB | € 288,40 | € 293,71 |
Afvalstoffenheffing | € 289,20 | € 300,00 |
Rioolheffing | € 169,00 | € 174,00 |
Totaal | € 746,60 | € 767,71 |
huurder van een woning | ||
Afvalstoffenheffing | € 289,20 | € 300,00 |
Wij verwachten dat Maassluis in 2017 tot de 50% goedkoopste gemeenten op de ‘COELO-ranglijst’ zal blijven behoren.
Bedrijven
Hieronder geven wij ook aan hoe de jaarlijkse gemeentelijke lasten zich in 2017 voor een gemiddeld bedrijfspand (€ 800.000,-) zullen ontwikkelen. Hierbij wordt opgemerkt dat het genoemde bedrag slechts een indicatie is. Naast de geraamde opbrengsten zijn de tarieven onder meer afhankelijk van de waardeontwikkeling. De definitieve tarieven worden in december met een raadsbesluit separaat vastgesteld.
2016 | 2017 | |
---|---|---|
Eigenaar van een bedrijfspand met een waarde van *) | € 800.000 | € 800.000 |
OZB-eigenarendeel | € 1.895,20 | € 2.080,17 |
OZB-gebruikersdeel | € 1.357,60 | € 1.490,10 |
Rioolheffing | € 169,00 | € 174,00 |
Totaal | € 3.421,80 | € 3.744,27 |
Huurder van een bedrijfspand met een waarde van *) | € 800.000 | € 800.000 |
OZB-gebruikersdeel | € 1.357,60 | € 1.490,10 |
* In het bovenstaande OZB-bedrag is, met betrekking tot 2017, de eventuele verhoging door een mogelijke invoering van het ondernemersfonds nog niet meegenomen.
Bedrijven investeringszone (BIZ) heffing
Een Bedrijven Investeringszone (kortweg BI-zone) maakt het voor ondernemers mogelijk om gezamenlijk te investeren in hun bedrijfsomgeving. Een BI-zone is een door de gemeente aangewezen gebied waarbinnen een bestemmingsheffing wordt geheven ter financiering van door de ondernemers in dat gebied gewenste voorzieningen.
De looptijd van een Bedrijven investeringszone is maximaal vijf jaar. Aangezien de BIZ in 2012 in Maassluis is ingevoerd, is 2016 het laatste jaar waarin deze heffing kan worden toegepast. Er zal op korte termijn een keuze moeten worden gemaakt om al dan niet opnieuw een BIZ-heffing in te voeren. Hiervoor is het onder andere nodig dat er een nieuwe uitvoeringsovereenkomst worden opgesteld en dat er opnieuw een draagvlakmeting onder de betrokken ondernemers plaatsvindt.
Overzicht geraamde inkomsten
Opbrengst lokale heffingen | bedragen x € 1000 | |||
Rekening | Begroting | |||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
OZB eigenaren | 4.563 | 5.233 | 4.807 | 4.976 |
OZB gebruikers | 479 | 673 | 564 | 672 |
Afvalstoffenheffing | 4.051 | 3.791 | 3.924 | 4.081 |
Rioolrechten/heffing | 2.509 | 2.661 | 2.623 | 2.716 |
Hondenbelasting | 135 | 138 | 135 | 135 |
Precariobelasting | 323 | 332 | 324 | 325 |
Totaal | 12.060 | 12.828 | 12.377 | 12.905 |
Kwijtscheldingsbeleid
Aantallen kwijtscheldingen | ||||
rekening | begroting | |||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
Aantal aanvragen*) | 1.287 | 1.292 | 1.300 | 1.310 |
Aantal (gedeeltelijk) toegekend | 1.162 | 1.175 | 1.175 | 1.185 |
Aantal afgewezen | 125 | 117 | 125 | 125 |
*) Inclusief automatische kwijtschelding
In Maassluis wordt kwijtschelding verleend met betrekking tot de afvalstoffenheffing (100%) en, indien van toepassing, de hondenbelasting (50%).
Of kwijtschelding wordt verleend, hangt af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Bij de bepaling daarvan wordt rekening gehouden met 100% van de kosten van levensonderhoud, zoals die normatief zijn opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Cliënten van de gemeentelijke uitkeringsinstantie krijgen automatisch kwijtschelding toegekend.
Inwoners van 65 jaar en ouder hoeven in Maassluis maar eenmaal kwijtschelding aan te vragen. Wanneer de aanvraag wordt gehonoreerd en de financiële- en/of gezinsomstandigheden niet wijzigen, geldt de kwijtscheldingsbeschikking de rest van hun leven.
Reguliere taken
- Uitvoeringstaken wet Waardering Onroerende Zaken
- Opleggen van gemeentelijke belastingen en heffingen
- Uitvoering invordering- en kwijtscheldingsbeleid