Begroting2017

Naar portaal
Lokale heffingen

De lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke inkomsten. Het gaat om inkomsten uit gemeentelijke belastingen (OZB, precario- en hondenbelasting) en heffingen (o.a. afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges).

Inleiding

De lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke inkomsten. De inkomsten uit gemeentelijke belastingen (OZB, precario- en hondenbelasting) en heffingen (o.a. afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges) bedragen bijna 14% van het totaal aan inkomsten van de gemeente.

In het coalitieakkoord 2014-2018 'Maassluis Dichtbij' - verbinden en vooruitzien, zijn de kaders weergegeven voor de lokale heffingen. Deze zijn uitgewerkt in de Nota lokale heffingen 2014-2017.
Deze paragraaf geeft informatie over het beleid en de ontwikkeling van de tarieven van de lokale heffingen en over het kwijtscheldingsbeleid. Ook wordt in deze paragraaf ingegaan op de kostendekking van de gemeentelijke heffingen: de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges omgevingsvergunning en overige leges.

Ontwikkeling van de lastendruk

In de ‘COELO Atlas van de lokale lasten 2016’ bereikt de gemeente Maassluis rangnummer 153 van de woonlastenladder voor meerpersoonshuishoudens (rangnummer 1 de goedkoopste gemeente - rangnummer 396 de duurste gemeente). Sinds 2015 behoort Maassluis weer tot de 50% goedkoopste gemeenten.

Plaats op de COELO woonlastenladder

Rangnummer meerpersoons
huishouden

Maassluis

Vlaardingen

Schiedam

Midden-Delfland

Westland

2011

261

186

112

417

277

2012

270

161

245

413

274

2013

247

160

238

415

276

2014

217

146

221

401

267

2015

181

127

204

392

220

2016

153

147

187

378

226

De onderstaande tabel brengt de lastendruk in 2016 van deze en omliggende gemeenten in de omgeving in beeld (bron: websites van de diverse gemeenten, www.overheid.nl en www.coelo.nl).

Tarieven gemeentelijke belastingen in omliggende gemeenten voor 2016

prijs in €

Maassluis

Vlaardingen

Schiedam

Midden-
Delfland

Westland

OZB woningen (per eenheid)1

- eigenaar

0,1442%

0,1602%

0,1270%

0,1205%

0,1321%

OZB niet-woningen (per eenheid)1

- eigenaar

0,2369%

0,3058%

0,2750%

0,2267%

0,2111%

- gebruiker

0,1697%

0,2571%

0,2130%

0,1627%

0,1571%

Reinigingsrechten

- éénpersoonshuishouden

€ 249,00

€ 238,75

€ 272,63

€ 238,56

€ 169,44

- meerpersoonshuishouden

€ 289,20

€ 306,48

€ 322,73

€ 318,00

€ 213,84

Rioolheffing

€ 169,00

€ 157,80

€ 228,80

€ 274,20

0,0243%*

* als percentage van de WOZ-waarde + € 172,32 voor een meerpersoonshuishouden

Toelichting kostentoerekening

Berekening kosten overhead

Met ingang van 2017 dienen de kosten van overhead centraal te worden begroot en verantwoord, waardoor een splitsing ontstaat van de direct toerekenbare kosten en de indirect toerekenbare kosten. Hierdoor is het niet meer mogelijk de integrale kosten van een taakveld of product op het betreffende taakveld c.q. product tot uitdrukking te brengen. Voor de rendabele producten, zoals de reiniging en riolering, zou dit betekenen dat niet alle kosten worden doorberekend, waardoor een groot financieel nadeel zou ontstaan. Omdat dit niet de bedoeling is van de wijziging van het BBV moet de berekening van de tarieven extracomptabel plaatsvinden. Hieronder wordt uiteengezet op welke wijze de kosten van overhead worden berekend en toegerekend aan de kostendekkende tarieven.

De kosten van overhead dienen op consistente wijze te worden toegerekend. De wijze waarop wordt niet door de wetgever voorgeschreven, maar moet door de raad worden vastgesteld en opgenomen in de financiële verordening. Bij de methodiek kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een verdeling op basis van personeelskosten, naar rato van de omvang van de taakvelden of een mix van deze methoden.

Omdat wij tot nu toe de kosten van overhead relateren aan de personeelslasten trekken wij deze lijn door. De consistentie in de toerekening van overhead wordt hiermee behouden en administratief is dit goed hanteerbaar.

De brutolasten van overhead worden inzichtelijk gemaakt in het hoofdstuk Overzicht Overhead en bedragen circa € 9,8 miljoen, waarvan circa twee derde deel personele lasten en een derde deel materiële lasten (zoals huisvesting, onderhoud, beveiliging en dergelijke). De totale productieve uren van de organisatie in zowel het primaire proces als de ondersteunende processen worden geraamd op circa 297.000. Door de kosten te delen door het aantal productieve uren komt men tot de kostprijs voor overhead per uur van € 33.

Toerekening overhead

De kosten van overhead worden toegerekend aan:

  • Investeringen
  • Grondexploitaties
  • Kostendekkende tarieven

De toegerekende kosten van overhead aan de investeringen en de grondexploitaties dienen, conform het BBV, als ‘negatieve last’ op het taakveld overhead tot uitdrukking te worden gebracht. De toegerekende overhead aan de kostendekkende tarieven vindt op extracomptabele wijze plaats en komen niet op het betreffende taakveld tot uitdrukking, maar maken onderdeel uit van de kosten van overhead op het taakveld overhead.

In de tabellen bij de verschillende heffingen en tarieven wordt deze extracomptabele toerekening weergegeven, zodat de mate van kostendekkendheid inzichtelijk wordt.

De bruto kosten van de overhead bedragen circa € 9,8 miljoen. De toegerekende overhead aan investeringen en grondexploitaties is bijna 5 ton, waardoor de netto kosten van de overhead circa € 9,3 miljoen bedragen.
De kosten van de overhead die toegerekend worden aan de kostendekkende tarieven bedragen bijna € 1,5 mln. maar blijven in de begroting onderdeel uitmaken van de overhead. Deze kosten worden extracomptabel toegerekend aan de betreffende tarieven, waardoor - ingeval van volledige kostendekking - er geen zichtbaar evenwicht in de lasten en baten op het betreffende product mogelijk is. De mate van kostendekkendheid van de betreffende heffing blijkt uit de tabellen die bij elke paragraaf zijn gevoegd.

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet.

Voorbeelden zijn onroerende zaak belasting (OZB), parkeerbelasting, toeristenbelasting en hondenbelasting. De opbrengsten van deze belastingen zijn zogenaamde algemene dekkingsmiddelen. Hier staat geen individuele tegenprestatie tegenover. De gemeenteraad bepaalt zelf waaraan deze inkomsten worden besteed. De gemeente Maassluis heft in dit kader bijvoorbeeld OZB en hondenbelasting.

Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De belangrijkste (gemeentelijke) heffingen zijn de reinigingsheffing (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) en de rioolheffing.

Onroerende-zaakbelasting (OZB)

De begrote OZB-opbrengst in Maassluis stijgt in 2017 ten opzichte 2016 voor niet-woningen (bedrijven, winkels etc.) met 12% (hierin is de eventuele verhoging door een mogelijke invoering van het ondernemersfonds niet meegenomen). De begrote ozb-opbrengst voor woningen wordt met 2,3% verhoogd.

De aanpassing van de OZB-tarieven voor 2017 is daarnaast afhankelijk van de waardeontwikkeling van de onroerende zaken in Maassluis. Omdat de verwachting is dat de gemiddelde WOZ-waarde van een onroerende zaak in Maassluis voor het belastingjaar 2017 (waardepeildatum 1 januari 2016) ten opzichte van het belastingjaar 2016 (waardepeildatum 1 januari 2015) zal stijgen, zullen de OZB-tarieven minder stijgen dan de geraamde opbrengsten.

De toe- of afname van het aantal onroerende zaken door nieuwbouw of sloop (de zogenaamde areaalontwikkeling) wordt, zoals de wet dat voorschrijft, buiten de berekening van de tarieven gehouden. Dit betekent dat indien er per saldo een toename is van het aantal onroerende zaken, en daarmee WOZ-waarde, dit extra inkomsten zijn, bovenop de begrote OZB-opbrengst. Omgekeerd betekent een afname dat de inkomsten lager zijn.

De begrote OZB-opbrengst voor 2017 bedraagt in totaal ruim € 5,6 miljoen.

Reinigingsheffing

De afvalstoffenheffing wordt geheven op grond van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. Op basis van dit artikel mag de gemeente een heffing instellen om kosten voor het inzamelen van huishoudelijk afval te verhalen op de aanbieder van het afval. Net zoals bij de rioolheffing heeft een gemeente vrijheid bij de invulling van de afvalstoffenheffing. Het gemeentebestuur mag de heffingsgrondslag en de heffingsmaatstaf bijvoorbeeld zelf bepalen.

Met ingang van 1 januari 2016 is een afvalstoffenheffing voor huishoudens ingevoerd. Het reinigingsrecht voor huishoudens is afgeschaft. Het reinigingsrecht voor bedrijven blijft bestaan. Voor zowel het reinigingsrecht als de afvalstoffenheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overschrijden.
Om de mate van kostendekkendheid weer te kunnen geven, wordt met ingang van 2017 in een overzicht weergegeven wat de lasten zijn op het product c.q. taakveld en welke lasten (zoals overhead) er extracomptabel aan worden toegerekend. In de overzichten staan ook de geraamde opbrengsten genoemd. De definitieve tarieven voor 2017 worden in december met een separaat raadsbesluit vastgesteld.

Huishoudelijk afval

De kosten van de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval zullen de komende jaren licht stijgen. Dit is voornamelijk vanwege de vervangingsopgave van het huidige areaal ondergrondse containers die in de komende jaren aan vervanging toe zullen zijn. Na enkele jaren van stagnatie en zelfs verlaging van de tarieven zal in 2017 het tarief weer moeten stijgen. De opbrengsten in de begroting stijgen dan ook met 4% ten opzichte van 2016.

De omvang van de egalisatiereserve reiniging bedraagt naar verwachting circa € 1,4 miljoen per 1 januari 2017. Deze kan worden aangewend om de tarieven niet ineens enorm te moeten laten stijgen. De stijging voor de jaren hierna kan hierdoor getemperd wordt tot circa 2% per jaar. De egalisatiereserve reiniging zal vervolgens naar verwachting dalen tot circa € 0,5 miljoen in 2020.

In de exploitatie van de reiniging worden ook (een deel van) enkele taken gedekt die niet meer geraamd worden op het product huishoudelijk afval, maar elders in de begroting tot uitdrukking komen. Dit principe is niet anders dan voorgaande jaren, echter naar aanleiding van de gewijzigde BBV voorschriften is alleen de plaats waar de lasten verantwoord worden anders. Voor de reiniging gaat het om 65% van het product Straatreiniging, 100% van de kwijtschelding en een bedrag van circa € 23.000 aan educatie via het Duurzaamheidscentrum Maassluis. Daarnaast wordt in totaal afgerond € 0,95 miljoen aan overhead toegerekend.

Lasten producten

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Leges

Baten totaal

% Kosten dekkend-heid

Verwijderen huishoudelijk afval

2.391.631

780.560

382.287

3.554.478

-123.141

-4.081.127

-4.204.268

Straatreiniging (65%)

430.284

156.256

586.540

0

Kwijtschelding gem. belastingen (100%)

324.764

15.423

340.187

0

Duurzaamheidscentrum

23.460

23.460

0

Mutatie reserve

0

-300.397

-300.397

Bedrijfsafval

Al enkele jaren staat de exploitatie van bedrijfsafval onder druk. Vooralsnog gaan we ook in 2017 bedrijfsafval inzamelen. Bij de omvorming naar een efficiënt stadsbedrijf zal ook deze dienst in de onderzoeken worden meegenomen.
Voor het inzamelen van bedrijfsafval worden de lasten geraamd op de kostenplaats Verwijderen bedrijfsafval. Vervolgens wordt er extracomptabel overhead aan toegerekend. De geraamde inkomsten worden bijeengebracht door de reinigingsrechten die geheven worden van de gecontracteerde bedrijven. De geraamde inkomsten stijgen met 2,7% ten opzichte van 2016. Deze stijging kan gerealiseerd worden met een tariefstijging of met het actief uitbreiden van het aantal contracten.

Lasten producten

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Reinigings recht

Baten totaal

% Kosten dekkend heid

Verwijderen bedrijfsafval

187.604

80.520

268.124

-268.124

-268.124

100%

Rioolheffing

Met de rioolheffing kunnen kosten worden verhaald om maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemel- en grondwater.

In 2014/2015 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) geactualiseerd. Hieruit kwam naar voren dat de tarieven vanaf 2016 verder zullen moeten stijgen. Door een verlaging van de rekenrente zullen er echter lagere kapitaallasten aan de exploitatie Riolering worden toegerekend dan in het GRP is berekend. Hierdoor kan de in het GRP genoemde tariefstijging enigszins herzien worden. Ook de voorziening zal hierbij worden betrokken. Na de bescheiden daling in 2016 is voor 2017 weer een lichte stijging voorzien. Dit betekent dat de rioolheffing zou stijgen naar € 174.

De omvang van de voorziening riolering bedraagt naar verwachting € 0,9 miljoen per 1 januari 2017. In 2017 en 2018 worden geen dotaties of onttrekkingen voorzien. Wanneer de tariefontwikkeling uit het GRP verder gevolgd wordt, zal de voorziening riolering vervolgens naar verwachting stijgen tot circa € 1 miljoen in 2020.

In de exploitatie van de riolering worden ook (een deel van) enkele taken gedekt die niet meer geraamd worden op het product riolering, maar elders in de begroting tot uitdrukking komen. Dit principe is niet anders dan voorgaande jaren, echter naar aanleiding van de gewijzigde BBV voorschriften is alleen de plaats waar de lasten verantwoord worden anders. Voor de riolering gaat het om 35% van het product Straatreiniging. Daarnaast wordt in totaal afgerond € 2,7 ton aan overhead toegerekend.

Lasten producten

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Leges

Baten totaal

% Kosten dekkend heid

Riolering

2.215.332

185.048

35.088

2.435.467

-35.142

-2.716.154

-2.751.296

Straatreiniging (35%)

231.692

84.138

315.829

0

Mutatie voorziening

0

0

Gemeentelijke leges

De wettelijke grondslag van de leges algemene dienstverlening (titel I van de legesverordening) is opgenomen in artikel 229, eerste lid, onderdeel b van de Gemeentewet. Dit artikel zegt dat: “rechten kunnen worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten”. Op basis van dit artikel mag de gemeente de kosten van dienstverlening in rekening brengen bij de mensen die deze dienst vragen. De omgevingsvergunningen (titel II van de legesverordening) worden sinds 1 oktober 2010 geregeld op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In de Wabo zijn ongeveer 25 voormalige regelingen onder gebracht die allemaal betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Het gaat hier om vergunningen voor bouwen, ruimte, natuur en milieu (Handreiking kostentoerekening, 2014). De leges en vergunningen rond horeca, evenementen en prostitutiebedrijven (titel III van de legesverordening), zijn vastgelegd in de Europese Dienstenrichtlijn.

In de onderstaande tabel is de onderbouwing van kosten van de gemeentelijke leges en tarieven 2017 in beeld gebracht. Per onderdeel is uitgesplitst welke kosten (lasten taakvelden, overhead en BCF/ BTW) worden toegerekend aan een gemeentelijke product en met welke inkomstenraming rekening wordt gehouden. Op basis van deze gegevens kan de mate (%) van kostendekkendheid worden bepaald.

Legesverordening

Lasten producten

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Leges

Baten totaal

% Kosten dekkend heid

Titel 1 algemene dienstverlening

H1 burgerlijke stand

60.580

38.637

99.217

-28.812

-28.812

29%

H2 reisdocumenten en ned. identiteitskaart

347.305

182.763

530.068

-362.061

-362.061

68%

H3 rijbewijzen

97.862

47.516

145.378

-93.653

-93.653

64%

H4 verstrekkingen uit de basisregistratie

9.880

8.344

18.224

-16.446

-16.446

90%

H5 kiesregister

0

0

H6 verstrekkingen ogv Wet besch.persoonsgegevens

0

0

H7 bestuursstukken e.d.

0

0

H8 vastgoedinformatie

0

0

H9 overige publiekszaken

89.944

11.271

101.215

-22.214

-22.214

22%

H10 gemeentearchief

5.229

5.229

-672

-672

13%

H12 leegstandswet

785

495

1.280

0

0%

H13 gemeentegarantie

5.529

5.529

0

0%

H14 marktstandplaatsen

0

0

H15 winkeltijdenwet / H16 wet op de kansspelen / H21 drank- en horecawet / H20 Diversen (onderdeel APV)

87.555

60.828

148.382

-17.903

-17.903

12%

H18 kabels en leidingen

46.847

17.160

64.007

-18.019

-18.019

28%

H19 verkeer en vervoer

51.673

26.070

77.743

-33.544

-33.544

43%

H20 diversen (exclusief onderdeel APV)

51.588

39.581

91.169

-66.962

-66.962

73%

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysiek leefomgeving / omgevingsvergunning (H 1-9)

H1 algemeen - H9 niet genoemde beschikking

213.664

129.799

343.463

-338.864

-338.864

99%

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

horeca, organiseren van evenementen of markten, prostitutiebedrijven

0

0

Korte toelichting per hoofdstuk

Burgerlijke stand (huwelijken)

De kosten voor een huwelijksvoltrekking bestaan uit personeelskosten, kosten van de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand en overige kosten. Voor het voltrekken van huwelijken geldt dat de tarieven verschillen per locatie en tijdstip. Verder bestaat de mogelijkheid om op dinsdagochtend (van 09:00 - 09:30 uur) een huwelijk kosteloos te laten voltrekken. Met name de grote belangstelling voor kosteloze huwelijk leidt tot een beperkte kostendekkendheid (29%) van dit product.

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten

Gemeente Maassluis hanteert de maximumtarieven die door het Rijk zijn vastgesteld. Dit houdt in dat naast de rijkskosten voor het reisdocument, de maximale bijdrage voor de gemeente wordt gevraagd. De maximale bijdrage blijkt onvoldoende te zijn om de volledige kostendekkend (68%) van dit product in 2017 te kunnen waarborgen.

Rijbewijzen

Voor het aanvragen van een rijbewijs wordt in de gemeente Maassluis ook het door het Rijk vastgestelde maximumtarief gevraagd. Op begrotingsbasis is het dekkingspercentage bepaald op 64%.

Winkeltijdenwet / wet op de kansspelen / drank- en horecawet / diversen (onderdeel APV)

In dit overzicht is ervoor gekozen om enkele hoofdstukken die te maken hebben met de vergunningverlening in het kader van openbare orde en veiligheid samen te voegen. Dit omdat het op dit moment niet mogelijk is om de ramingen op het gebied van de inkomsten en uitgaven per hoofdstuk uit te splitsen. In de loop van 2017 zal nader worden onderzocht hoe deze splitsing in de administratie is aan te brengen, aangezien de kostendekkendheid van deze vergunningverlening erg laag is.

Diversen

Onder dit hoofdstuk vallen onder meer de tarieven voor de aanvragen voor ligplaatsvergunningen in de Vlieten, de aanvragen voor naturalisatie, aanvragen van een Rotterdampas en van verschillende aanvragen van vergunningen op basis van de APV. De kosten en baten met betrekking tot deze aanvragen zijn opgenomen onder een verzamelpost met andere vergunningen op het gebied van openbare orde en veiligheid. Onder andere de lasten die betrekking hebben op de aanvragen tot naturalisatie leiden tot een lagere kostendekkendheid van dit hoofdstuk.

Algemene opmerking

Voor een aantal hoofdstukken uit de legesverordening ontbreken ramingen in de begroting. Dit is meestal vanwege het feit dat dit zo weinig voorkomt dat een raming niet te maken is. Deze opbrengsten hebben een incidenteel karakter en er worden als zodanig ook geen lasten en opbrengsten voor geraamd.

Overige belastingen en heffingen

Verordening lijkbezorgingsrechten

In de verordening lijkbezorgingsrechten worden de tarieven bepaald waarmee de lasten in de exploitatie van de begraafplaatsen gedekt moeten worden. Met de aanleg van de nieuwe begraafplaats zijn deze lasten aanzienlijk hoger dan in het verleden. Mede als gevolg daarvan en als gevolg van de vernieuwde extracomptabele toerekening van overhead, is de begraafplaats op dit moment in principe niet meer volledig kostendekkend.

Lasten producten

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Rechten

Baten totaal

% Kosten dekkend heid

Begraafplaatsen

555.938

131.246

0

687.184

-40.000

-507.568

-547.568

Mutatie reserves

0

-77.503

-77.503

Havengelden (zeehavengeld, binnenhavengeld, bruggeld, ligplaatsgelden en liggeld pleziervaartuigen)

Bij het vaststellen van de hoogte van het zeehaven- en binnenhavengeld sluiten we, conform de overige gemeenten van de regio, aan bij het Havenbedrijf Rotterdam. De tarieven voor 2017 zijn op dit moment nog onbekend.
De raming van de ontvangsten met betrekking tot bruggelden wordt vooralsnog niet verhoogd.
De raming van de ontvangsten met betrekking tot het liggeld voor pleziervaartuigen in de haven is ten opzichte van 2016 ook ongewijzigd.

Lasten producten

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Leges

Baten totaal

% Kosten dekkend heid

Haven- en ligplaatsgelden

296.135

12.309

0

308.444

-75.288

-75.288

Bruggeld

347.537

83.457

0

430.994

-9.225

-10.553

-19.778

Liggeld pleziervaartuigen (o.a. passantentsteiger)

25.600

0

0

25.600

-50.853

-50.853

De kostendekkendheid lijkt laag, echter bijvoorbeeld bij de bruggeldverordening zijn de volledige lasten van de kostenplaats Bruggen, tunnels en viaducten opgevoerd. Dit budget is een onverdeeld budget voor alle bruggen en tunnels in Maassluis. Het aandeel binnen deze raming voor de beweegbare bruggen in de haven is lastig te bepalen met onze huidige begrotingsindeling. In de komende tijd zal bekeken worden of het noodzakelijk is de begroting zodanig op te splitsen dat dit inzicht wel te krijgen is.

Rechtenverordening

De tarieven in de Rechtenverordening worden conform de VNG‐richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom” berekend. De tarieven voor 2017 zijn nog onbekend, de geraamde opbrengsten zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren.

Lasten producten

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Leges

Baten totaal

% Kosten dekkend heid

Rechtenverordening

23.423

8.580

0

32.003

0

-9.009

-9.009

28%

Hondenbelasting

De hondenbelasting is een gemeentelijke belasting waar geen individuele tegenprestatie tegenover staat. De opbrengsten worden gebruikt als algemeen dekkingsmiddel en worden geraamd op afgerond € 135.000. Dit is identiek aan de begroting 2016.

Precariobelasting

De precariobelasting voor nutsnetwerken (leidingen en kabels) wordt op termijn afgeschaft. De negentig gemeenten die deze belasting heffen, waaronder Maassluis, krijgen tien jaar de tijd om de effecten van hun inkomensderving te kunnen opvangen. Precariobelasting voor onder meer terrassen blijft wel bestaan.

Tarieven 2017

Huishoudens

Om tot de 50% goedkoopste gemeenten te blijven behoren, zullen de lasten voor de burger zo laag mogelijk moeten worden gehouden. Daarbij dient een balans te worden gezocht met hetgeen wenselijk wordt geacht.

In de onderstaande tabel is weergegeven wat een eigenaar (van een woning met een WOZ-waarde van € 200.000) en een huurder naar verwachting op jaarbasis aan gemeentelijke lasten zullen gaan betalen. Hierbij wordt opgemerkt dat het genoemde bedrag slechts een indicatie is. Naast de geraamde opbrengsten zijn de tarieven onder meer afhankelijk van de waardeontwikkeling en het aantal huishoudens. De definitieve tarieven worden in december met een raadsbesluit separaat vastgesteld.

2016

2017

Eigenaar van een woning met een waarde van

€ 200.000

€ 200.000

OZB

€ 288,40

€ 293,71

Afvalstoffenheffing

€ 289,20

€ 300,00

Rioolheffing

€ 169,00

€ 174,00

Totaal

€ 746,60

€ 767,71

huurder van een woning

Afvalstoffenheffing

€ 289,20

€ 300,00

Wij verwachten dat Maassluis in 2017 tot de 50% goedkoopste gemeenten op de ‘COELO-ranglijst’ zal blijven behoren.

Bedrijven

Hieronder geven wij ook aan hoe de jaarlijkse gemeentelijke lasten zich in 2017 voor een gemiddeld bedrijfspand (€ 800.000,-) zullen ontwikkelen. Hierbij wordt opgemerkt dat het genoemde bedrag slechts een indicatie is. Naast de geraamde opbrengsten zijn de tarieven onder meer afhankelijk van de waardeontwikkeling. De definitieve tarieven worden in december met een raadsbesluit separaat vastgesteld.

2016

2017

Eigenaar van een bedrijfspand met een waarde van *)

€ 800.000

€ 800.000

OZB-eigenarendeel

€ 1.895,20

€ 2.080,17

OZB-gebruikersdeel

€ 1.357,60

€ 1.490,10

Rioolheffing

€ 169,00

€ 174,00

Totaal

€ 3.421,80

€ 3.744,27

Huurder van een bedrijfspand met een waarde van *)

€ 800.000

€ 800.000

OZB-gebruikersdeel

€ 1.357,60

€ 1.490,10

* In het bovenstaande OZB-bedrag is, met betrekking tot 2017, de eventuele verhoging door een mogelijke invoering van het ondernemersfonds nog niet meegenomen.

Bedrijven investeringszone (BIZ) heffing

Een Bedrijven Investeringszone (kortweg BI-zone) maakt het voor ondernemers mogelijk om gezamenlijk te investeren in hun bedrijfsomgeving. Een BI-zone is een door de gemeente aangewezen gebied waarbinnen een bestemmingsheffing wordt geheven ter financiering van door de ondernemers in dat gebied gewenste voorzieningen.

De looptijd van een Bedrijven investeringszone is maximaal vijf jaar. Aangezien de BIZ in 2012 in Maassluis is ingevoerd, is 2016 het laatste jaar waarin deze heffing kan worden toegepast. Er zal op korte termijn een keuze moeten worden gemaakt om al dan niet opnieuw een BIZ-heffing in te voeren. Hiervoor is het onder andere nodig dat er een nieuwe uitvoeringsovereenkomst worden opgesteld en dat er opnieuw een draagvlakmeting onder de betrokken ondernemers plaatsvindt.

Overzicht geraamde inkomsten

Opbrengst lokale heffingen

bedragen x € 1000

Rekening

Begroting

2014

2015

2016

2017

OZB eigenaren

4.563

5.233

4.807

4.976

OZB gebruikers

479

673

564

672

Afvalstoffenheffing

4.051

3.791

3.924

4.081

Rioolrechten/heffing

2.509

2.661

2.623

2.716

Hondenbelasting

135

138

135

135

Precariobelasting

323

332

324

325

Totaal

12.060

12.828

12.377

12.905

Kwijtscheldingsbeleid

Aantallen kwijtscheldingen

rekening

begroting

2014

2015

2016

2017

Aantal aanvragen*)

1.287

1.292

1.300

1.310

Aantal (gedeeltelijk) toegekend

1.162

1.175

1.175

1.185

Aantal afgewezen

125

117

125

125

*) Inclusief automatische kwijtschelding

In Maassluis wordt kwijtschelding verleend met betrekking tot de afvalstoffenheffing (100%) en, indien van toepassing, de hondenbelasting (50%).

Of kwijtschelding wordt verleend, hangt af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Bij de bepaling daarvan wordt rekening gehouden met 100% van de kosten van levensonderhoud, zoals die normatief zijn opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Cliënten van de gemeentelijke uitkeringsinstantie krijgen automatisch kwijtschelding toegekend.
Inwoners van 65 jaar en ouder hoeven in Maassluis maar eenmaal kwijtschelding aan te vragen. Wanneer de aanvraag wordt gehonoreerd en de financiële- en/of gezinsomstandigheden niet wijzigen, geldt de kwijtscheldingsbeschikking de rest van hun leven.

Reguliere taken

  • Uitvoeringstaken wet Waardering Onroerende Zaken
  • Opleggen van gemeentelijke belastingen en heffingen
  • Uitvoering invordering- en kwijtscheldingsbeleid

Kaderstellende documenten